De Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) wordt vaak gebruikt als voorwaarde om ergens te mogen werken. De Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens (Wjsg) bepaalt dat de Minister van Justitie en Veiligheid gaat over de beoordeling van een aanvraag voor een VOG. Het Centraal Orgaan Verklaring Omtrent Gedrag (COVOG) doet onderzoek naar het (strafrechtelijke) gedrag uit het verleden van de aanvrager. De VOG-aanvraag moet beoordeeld worden op basis van 2 criteria:
- 1) het objectieve criterium: wat is het risico voor de samenleving in verband met het doel waarvoor de afgifte is gevraagd?
- 2) het subjectieve criterium: wat is het belang van de aanvrager?
- Objectieve criterium
Bij de beoordeling van de aanvraag worden alle relevante justitiële gegevens meegenomen die in het Justitieel Documentatie Systeem (JDS) staan. Denk hierbij aan strafrechtelijke veroordelingen, strafbeschikkingen die door de Officier van Justitie zijn opgelegd, beleidssepots door het Openbaar Ministerie of transacties (schikkingen) met het Openbaar Ministerie.
Naast het justitiële gegeven(veroordeling, strafbeschikking, beleidssepot, transacties) is het van belang of er sprake is van recidive (herhaling). In andere woorden of het strafbare feit of soortgelijke feiten vaker zijn begaan door de aanvrager. De vraag is dan of deze feiten in de weg staan aan een behoorlijke uitoefening van het (vrijwilligers)werk. Daarnaast is het van belang of er sprake is van een risico voor de samenleving is. Dit wordt vastgesteld aan de hand van screeningsprofielen. Uiteindelijk wordt gekeken of het justitiële gegeven, in relatie tot het werk, de functie, de taak of de bezigheid die verricht zal worden een belemmering vormt voor een behoorlijke taakuitoefening.
Hierbij kan ook het soort delict en de plek waar de werkzaamheden verricht zullen worden van belang zijn. Bij zedendelicten wordt ook gekeken of er bij de taakuitoefening sprake gaat zijn van een gezags-of afhankelijkheidsrelatie of dat de aanvrager in contact kan komen met kwetsbare personen (bijvoorbeeld minderjarigen of mensen met een beperking).
Normaal gesproken wordt er tot vier jaar teruggekeken in het Justitieel Documentatie Systeem (JDS) van de aanvrager voor het beoordelen van de aanvraag op grond van het objectieve criterium.
- Subjectieve criterium:
Hoewel er aan de hand van het objectieve criterium kan worden vastgesteld dat er sprake is van een risico voor de samenleving is de zaak en de aanvraag nog niet gelijk verloren. Het subjectieve criterium kan met zich meebrengen dat het belang van de aanvrager bij het toekennen van de VOG zwaarder weegt dan het risico voor de samenleving.
Wanneer weegt het belang van de aanvrager bij verstrekken van de VOG zwaarder dan het belang van de samenleving. Hierbij zijn in een aantal omstandigheden relevant. Ten eerste de wijze waarop de strafzaak is geëindigd. Bij een sepot is er doorgaans meer kans op de VOG terug te krijgen dan bij een onvoorwaardelijke celstraf. Het tijdsverloop tussen de veroordeling voor het strafbare feit en het moment van aanvragen is ook van belang. Hoe langer geleden het strafbare feit zich heeft voorgedaan hoe meer kans er is om alsnog de VOG te krijgen. Verder is van belang hoeveel strafbare feiten de aanvrager heeft gepleegd. Daarnaast is het van belang of de aanvrager ten tijde van het plegen strafbare feit minderjarig was. Soms zijn ook de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd van belang.
Voor een goede oordeelsvorming kan het COVOG, de instantie die onderzoek doet naar het verleden van de aanvrager, gebruik maken van informatie van het Openbaar Ministerie, de reclassering en de politie.
De Raad van State heeft duidelijk gemaakt dat voor de beoordeling van het subjectieve criterium niet de inschrijving van de verdenking in het Justitieel Documentatie Systeem (JDS) relevant is maar de datum waarop de strafbare feiten zouden zijn gepleegd. Ligt de pleegdatum verder in het verleden dan is de kans op een VOG groter.
ABRvS 03-04-2019, ECLI:NL:RVS:2019:1025
Aanvrager had een VOG nodig om medewerker financiële zaken bij Deloitte te kunnen worden. Hij zou in een leidinggevende functie kunnen komen, waarbij hij leiding zou moeten geven aan 90 personen. De Minister heeft de aanvraag afgewezen omdat binnen de terugkijktermijn van 4 jaar er op 9 november 2016 3 verdenkingen van fraude in het Justitieel Documentatie Systeem (JDS) zijn ingeschreven. De eerste verdenking gaat over fraude die zou zijn gepleegd in de periode van januari tot en met maart 2010. De tweede van januari 2008 tot en met 11 januari 2011 en de laatste zou zijn gepleegd in de periode van 1 maart 2008 tot en met 6 mei 2012.
Hoewel er aan het objectieve criterium (belangen samenleving) was voldaan, kon de Minister oordelen dat de aanvrager op basis van het subjectieve criterium (de belangen van de aanvrager) toch zijn VOG kon krijgen. Dit deed hij niet. Hij vond het tijdsverloop tussen de datum van inschrijving in het JDS (9 november 2016) en de aanvraag (2017) te kort en hij vond de mogelijk gepleegde delicten niet erg genoeg.
De aanvrager voert in hoger beroep aan dat er ten onrechte bij de beoordeling van het subjectieve criterium is uitgegaan van de terugkijktermijn (4 jaar) zoals die geldt voor de beoordeling van het objectieve criterium. Hij stelt dat bij de beoordeling van het subjectieve criterium uitgegaan moet worden van de mogelijke pleegdatum. De delicten zouden als laatst zijn gepleegd in 2012. Bij de beoordeling van de VOG moet worden gekeken naar het risico voor de samenleving. Waarom zou dan het willekeurige moment van inschrijving in de justitiële documentatie een rol spelen? Omdat de mogelijke pleegdatum al ver in het verleden ligt zou er weinig risico zijn op herhaling en zou dit moeten leiden tot de conclusie dat de VOG gewoon verstrekt moet worden
De Raad van State is het met de aanvrager eens de pleegdatum kan relevant zijn voor de afweging op grond van het subjectieve criterium. Naarmate de pleegdatum verder in het verleden ligt, kan deze omstandigheid een steeds grotere rol gaan spelen in de afweging in het voordeel van de aanvrager.
Conclusie: voor de beoordeling van het subjectieve criterium (belangen van aanvrager) is niet de inschrijving in het Justitieel Documentatie Systeem leidend maar de (mogelijke) pleegdatum. Wanneer de pleegdatum verder in het verleden ligt is de kans groter dat de VOG wordt verstrekt.
In principe wordt een VOG-aanvraag door iemand die meerdere zedendelicten heeft gepleegd en hiervoor een straf heeft gekregen afgewezen als de intentie is om te gaan werken in een functie waarbij er sprake is van een gezags- of afhankelijkheidsrelatie of wanneer de persoon van plan is om te gaan werken met kwetsbare personen. Het is misschien toch mogelijk om alsnog een VOG te krijgen wanneer deze feiten zich ver in het verleden hebben afgespeeld. Iedereen heeft immers recht op een tweede kans. Het kan namelijk ook zo zijn dat een weigering van een VOG-aanvraag niet in verhouding staat tot het belang dat de persoon in kwestie heeft bij het verkrijgen van de VOG. Familie en vrienden, maar ook werk kan er namelijk voor zorgen dat iemand op het goede pad komt en blijft.
23 jaar of jonger
Wanneer u in deze categorie valt heeft u een verhoogde kans om toch een VOG te kunnen krijgen. Er wordt namelijk in principe maar 2 jaar teruggekeken in uw gegevens. Dit is slechts anders wanneer er zedenmisdrijven zijn gepleegd, geweldsmisdrijven met een maximum van 6 jaar of meer, of misdrijven met een terroristisch oogmerk. Bij zedenmisdrijven moet u denken aan strafbare feiten omtrent kinderpornografie (art. 240b Sr), verkrachting (art. 242 Sr), seksueel (getint) contact met een minderjarige of wilsonbekwame (art. 243 Sr – 247 Sr) al dan niet via het internet (art. 248e Sr). Bij geweldsmisdrijven met een maximum van 6 jaar gevangenisstraf of meer moet u denken aan zware mishandeling (art. 302 Sr).
24 jaar en ouder
Bent u 24 jaar of ouder dan geldt het uitgangspunt van een terugkijktermijn van 4 jaar. Dit betekent dat er in principe gekeken wordt naar de laatste 4 jaar van uw (strafrechtelijk) verleden. Dit is slechts anders wanneer de functie hoge integriteitseisen met zich mee brengt. Denk hierbij aan functies bij de overheid. In dat geval geldt doorgaans een langere terugkijktermijn
Positieve indicatiepunten
Wanneer u aan één van de volgende punten voldoet heeft u een verhoogde kans om uw VOG alsnog te krijgen.
- U bent 23 jaar of jaar jonger en in de afgelopen 2 jaar niet veroordeeld
- U bent niet veroordeeld voor een zedendelict
- U bent veroordeeld voor een zedendelict maar u gaat niet werken met kwetsbare personen (kinderen of mensen met een beperking) en er is geen sprake van een gezagsrelatie ten opzichte van anderen.
- U bent niet veroordeeld voor een zeer ernstig strafbaar feit (strafmaximum van 12 jaar gevangenisstraf of meer)
- U bent niet meerdere malen veroordeeld voor hetzelfde feit of soortgelijke feiten
- U vormt geen risico voor de maatschappij of samenleving
Maar het allerbelangrijkste:
- U heeft een groot belang bij het terugkrijgen van uw VOG!
Denkt u niet onder één van de bovenstaande punten te vallen, maar is het krijgen van een VOG van heel groot belang…neem dan snel contact op! Ons team staat voor u klaar om er alles aan te doen om alsnog de Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) te krijgen.