Wanneer uw aanvraag om een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) te krijgen is afgewezen en het bezwaar is ook ongegrond verklaart dan zijn er nog steeds mogelijkheden om alsnog een VOG te krijgen. U kunt immers in beroep tegen de beslissing op bezwaar. Het beroep wordt behandeld door een onpartijdige en onafhankelijke rechter. Voor een kansrijk beroep dient een beroepschrift opgesteld te worden waarin de redenen vermeld staan waarom er toch tot afgifte van de VOG dient te worden overgegaan. Het is dus zaak om de rechter te overtuigen van uw gelijk!
Advocaatvog.nl is de geschikte partner om uw belangen te behartigen en er alles aan te doen om een VOG te krijgen. Wij beschikken immers over de juridische kennis, ervaring en doorzettingsvermogen waardoor een beroepschrift kansrijk kan zijn. Wij adviseren u daarom om niet zelf het beroepschrift op te stellen, maar dit door een van onze gespecialiseerde advocaten te laten doen.
De beoordelingsprocedure van een VOG is lastig en u verdient het om door een specialist te worden bijgestaan.
Wij bieden de garantie dat u wordt bijgestaan door een advocaat. Andere bureaus maken vaker gebruik van juristen die doorgaans geen universitaire studie hebben afgerond. Met een advocaat verzekert u zich van voldoende kennis en kunde hetgeen kan resulteren in een zo hoog mogelijk resultaat: het krijgen van een VOG.
Voor dit beroepschrift hebben we de volgende gegevens van u nodig
Hoger beroep
Wanneer u het niet eens bent met de uitspraak van de rechter dan kunt in hoger beroep bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Binnen 6 weken na de verzenddatum van de einduitspraak moet bij de Raad van State hoger beroep worden ingesteld. Deze termijn is fataal, wat wil zeggen dat het bijna onmogelijk is om na deze termijn nog in hoger beroep te kunnen gaan. Bij een hoger beroep bij de Raad van State valt of staat uw zaak bij de door u gebruikte juridische argumentatie. Wanneer u zelf in hoger beroep gaat dan zijn uw kansen op een succesvol resultaat zeer klein. Laat u bijstaan door een gespecialiseerde advocaat, deze is bekend met de relevante wet- en regelgeving en belangrijke jurisprudentie.
Dat ook bij de Raad van State goed naar uw zaak wordt gekeken blijkt uit deze voorbeelden:
ABRvS 15-06-2016, ECLI:NL:RVS:2016:1649, m.nt. A.C. Hendriks: VOG-aanvraag wijkverpleegkundige met zedenmisdrijf wordt ten onrechte afgewezen
De VOG-aanvraag van een wijkverpleegkundige die 1 zedenmisdrijf heeft gepleegd wordt afgewezen. In deze zaak had de staatssecretaris ondeugdelijk gemotiveerd waarom de VOG werd afgewezen, nu de strafrechter een vordering met betrekking tot een beroepsverbod had afgewezen. Ook had de tuchtrechter een de wijkverpleegkundige slechts voorwaardelijk geschorst van het BIG-register (register van Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg). Door het afwijzen van een VOG zou de wijkverpleegkundige nooit meer zijn werk kunnen uitvoeren, terwijl de strafrechter en de tuchtrechter al hadden geconcludeerd dat dit niet nodig zou zijn. Zij hadden de kans op herhaling van het delict en het belang van de bescherming van de maatschappij immers al meegewogen.
ABRvS 24-07-2019, ECLI:NL:RVS:2019:2539: Minister wijst ten onrechte VOG af. Aanvrager vrijgesproken voor oplichting en van verkeersdelicten is niet gebleken dat zij de afwijzing kunnen dragen
De aanvrager wilde een VOG krijgen om een chauffeurskaart te krijgen om als taxichauffeur te kunnen werken. De minister heeft de aanvraag echter afgewezen. Aanvrager zou namelijk binnen de terugkijktermijn van 5 jaar veroordeeld zijn voor medeplichtigheid aan oplichting. Verder was de aanvrager ook binnen deze terugkijktermijn veroordeeld voor overschrijving van de maximumsnelheid en had hij een geldboete opgelegd gekregen voor gevaarlijk rijgedrag. De aanvrager was 25 jaar en zou zonder de VOG niet kunnen werken. De aanvrager werd vrijgesproken in de strafzaak met betrekking tot medeplichtigheid tot oplichting. De veroordeling en de strafbeschikking voor de verkeersdelicten waren op zichzelf onvoldoende gebleken om hier de afwijzing op te baseren. De Minister moest van de Raad van State het besluit tot afwijzing opnieuw heroverwegen.